A
Aanheffen – Een lied beginnen zingen. Tijdens de cantus wordt een lied ingezet of aangehoffen door een individu, een groepje of de hele corona.
Ab-actis – Secretaris van de studentenvereniging.
Ad fundum – Je glas in één keer leeg drinken. Ook: ‘een adje zetten’.
Ad libitum – Je glas nemen en er zoveel van drinken als dat je zelf wilt.
Ad sedes – Wanneer de praeses dit tegen de corona zegt, mogen de deelnemers aan de cantus weer gaan zitten. Schachten blijven rechtstaan tot de schachtenmeester, of -temmer, dit commando herhaalt.
B
Bierimpotent – Wanneer iemand geen alcohol meer mag drinken omdat er al te veel gedronken werd, of als straf voor het zich misdragen.
Bierschacht – Bierschachten staan in voor de drankbedeling op de cantus. Ze beginnen steeds aan de seniortafel en werken zich zo door de zaal terug naar de schachtenbak.
C
Cantor – Dit praesidiumlid zorgt er voor dat liedjes juist gezonden worden. Hij helpt de senior met de liederenlijst en zorgt eventueel voor het afdrukken van extra liedjesteksten.
Cantus – Latijn voor ‘zang’, maar hier: ‘studentikoze zangavond’. Op deze avond zingen en drinken we de schoolse stress weg. De avond wordt geleid door een boel leutige regeltjes uit de codex. De cantus begint of hervat met ‘Cantus in‘ en wordt onderbroken of stopt met ‘Cantus ex‘.
Club – Zie: studentenvereniging.
Clublied – Zie: verenigingslied.
Clublint – Zie: verenigingslint.
Codex – Boek dat bestaat uit drie delen: het korpsboek (met club- en verenigingsliederen), de clubcodex (met de regels, ook ‘de Blauwe Bladzijden’ genoemd) en het liederboek, met de teksten van enkele honderden (studenten)liederen. Onontbeerlijk tijdens de cantus!
Commilito – volwaardig (gedoopt en ontgroend) lid van de studentenvereniging. Je herkent hen aan het feit dat ze hun lint over de rechter schouder dragen.
Corona – Verzamelnaam voor de aanwezigen op de cantus.
D
Dies Natalis – Of: geboortedag, verjaardag van de vereniging. Voor Mater Paramedica is dit 1 september 1962.
Doop – Inwijdingsritueel waarop kandidaatleden ‘schacht’ worden. Er doen heel wat wilde verhalen over dit gebruik de ronde, maar bij MP wordt de doop als iets positiefs en tofs ervaren. Het is een – toegegeven: soms eerder vuile – vorm van teambuilding aan de hand van opdrachten en spelletjes. MP houdt zich hierbij aan het door school opgelegde Doopcharter dat de veiligheid garandeert en het welzijn van onze leden beschermt.
F
Fakbar – Caféavond georganiseerd door een vereniging met drank aan studentikoze prijzen. Komt van ‘faculteitsbar’. In Hasselt draag je je verenigingslint enkel op de fakbars van je eigen vereniging en niet op die van andere studentenverenigingen. (Voor de studentenclubs gelden andere regels.)
G
Gaudeamus Igitur – Dit lied wordt na het Io Vivat, bij het begin van de cantus gezongen. Strofe 1, 2 en 7 worden geacht uit het hoofd te kunnen worden gezongen.
H
Habes – Toelating van de praeses tijdens de cantus (bv. wanneer je vraagt om de tafel te verlaten of het woord wilt). Het omgekeerde is Non Habes.
Schachten vragen hun toestemming steeds aan de schachtenmeester. De schachtenmeester vraagt dan toestemming namens het lid. De praeses antwoordt met ‘Habet’ of ‘Non habet’, waarop de schachtenmeester de schacht resp. ‘Habes’ of ‘Non habes’ geeft.
Honoris Causa – Eretitel gegeven aan verdienstelijke leden van de vereniging. Klik hier voor een lijst met iedere honoris causa van MP.
Hoogpraesidium – Het kernbestuur (de praeses, de vice, de quaestor, de ab-actis en de schachtenmeester). Tijdens de cantus ook: aanspreekformule vanuit de schachtenmeester (het tegenpraesidium) naar de praeses (het hoogpraesidium).
I
In de kan – Op een cantus kan je gestraft worden door ‘in de kan’ gestuurd te worden.
Io Vivat – Het lied dat gezongen wordt bij de start van de cantus (wanneer de praeses naar binnen komt). De corona doet dit rechtstaand, in de houding. Strofe 1 en 3 worden geacht uit het hoofd te kunnen worden gezongen.
Wanneer een prosenior of een honoris causa van de vereniging later binnen komt, en wanneer de praeses weer vertrekt, wordt de eerste strofe van dit lied gezongen.
J
K
L
Limburg mijn vaderland – soms ook ‘Waar in ‘t bronsgroen eikenhout’ of foutief ‘Limburgse gilde’. Dit is het officiële Limburgse volkslied dat gekend hoort te zijn door alle Limburgse studenten (BE: strofe 1-3, NL: strofe 1-4).
Lint – Schachten en ontgroende leden dragen een dun lintje in zwart en geel. Het praesidium draagt brede linten in rood-wit-groen waarop het MP-schild geborduurd is. Onder het schild staat het jaartal en de functie van het praesidiumlid. Hier kan je nog meer info over onze studentenlinten vinden…
Lustrum – Eens om de vijf jaar viert een studentenvereniging haar verjaardag dubbel en dik, tijdens een lustrumjaar. Er worden dan enkele speciale activiteiten georganiseerd.
M
MP-Kot – Ons verenigingslokaal, te vinden in de kelder van de P-blok.
N
Non-Habes – Zie ‘Habes’.
O
Ontgroening – Het moment waarop schachten promoveren naar volwaardig lid. Dit gaat gepaard met wat formaliteiten, wat zout en bier (of water). Dit is het moment dat je lint van je linker- naar je rechterschouder verhuist.
Oud Moederhuis – Het gebouw aan de kant van de Guffenslaan, geboorteplaats van Ben Lambrechts.
P
Peto tempus – het vragen van een pauze aan de senior (of de schachtenmeester).
Peto Verbum – het vragen van het woord bij de senior (of de schachtenmeester).
Praesidium – Bestuur van de studentenvereniging.
Praeses – Voorzitter van de studentenvereniging. Soms ook: de senior. De praeses wordt bijgestaan door de vicepraeses.
Praetor – Praesidiumlid dat instaat voor het materiaal van de vereniging.
Prosenior – Oudpraeses die het jaar met veel succes heeft geleid. Aan het einde van het jaar stemt het bestuur er over of deze eretitel wordt toegewezen.
Prosit – “Gezondheid!”, formule die het elkaar, een groep of de corona toedrinken voorafgaat.
Q
Quaestor – Penningmeester van de vereniging.
R
S
Salamander – studentikoze heildronk.
Schacht – Iemand die al gedoopt is bij een vereniging, maar nog niet werd ontgroend. Het eerste jaar is daarom ‘het schachtenjaar’, het jaar dat je doorbrengt in de ‘schachtenbak’.
Schachtenbak – Tafel waar schachten tijdens de cantus aan plaatsnemen.
Schachtenmeester – Praesidiumlid dat zich bezighoudt met de ‘schachtenbak’, het dopen, etc. De SM laat zich bijstaan door de schachtentemmer(s).
Silentium! – Commando om stilte. Na dit commando zwijg je.
Strontje – Kandidaat-lid van de vereniging, dat nog niet gedoopt werd.
Studentenclub – Groep studenten die zich gegroepeerd hebben en net als studentenverenigingen linten dragen. Je kan meestal niet zomaar lid worden, maar wordt gevraagd. De meeste clubs laten het niet toe dat je op hun activiteiten je MP-lint draagt.
Studentenvereniging – Dit woord heeft in iedere studenten stad een wat andere lading. In Limburg: Groep studenten die allen aan het zelfde departement, dezelfde faculteit, dezelfde opleiding studeren en zich hebben verenigd. Voor PXL-Healthcare en de PIVH is Mater Paramedica die vereniging. (Vroeger ook voor studenten kiné, maar die opleiding is verhuist naar de UHasselt.)
Een ander type studentengroepering is een studentenclub. Een club heeft meestal leden uit verschillende opleidingen en onderwijsinstellingen. Bij een club wordt je doorgaans gevraagd. De clubs in Limburg worden overkoepeld door ‘het SK’, het SeniorenKonvent Diepenbeek-Hasselt.
Hoewel MP zich steeds club heeft genoemd (zie ook: ons lied), zijn we dus, naar de hedendaagse standaarden, eigenlijk een studentenvereniging.
T
TD – Thé Dansant, of ook gewoon: fuif. Ook op fuiven van andere verenigingen mag je je MP-lint dragen.
Tempus – Pauze in de cantus. Dat kan een tempus commune (voor de groep) zijn of een aangevraagde tempus (persoonlijk). Commando’s aan het begin en het einde van de tempus commune zijn ‘Tempus in’ en ‘Tempus ex’. Een persoonlijke tempus vraag je aan (‘Senior/SM peto tempus’).
V
Verkiezingen – Aan het einde van het academiejaar mogen alle ontgroende leden stemmen voor het praesidium van het volgende academiejaar. Dit gaat vaak gepaard met een verkiezingsweek, vol allerlei activiteiten.
Vertor – Praesidiumlid verantwoordelijk voor het maken van affiches.
W
Wall of Shame – Fameuse muur in het MP-kot waaraan een hoop linten hangen.
X
Y
Z
Zedenmeester – Dit praesidiumlid staat de praeses bij in het bewaren van de goede zeden op de activiteiten van de vereniging. De ZM mag aanwezige mensen ook straffen opleggen.